Docent Engels
Laoshi shi laoshi ~ het zijn altijd docenten
Volgens mij zou
iedere laowai op deze planeet in
China aan de slag kunnen als docent Engels. Nou ja, mits je – ahum – ‘wit’ bent.
Of in andere woorden: je moet Engels als moedertaal hebben of uit Europa komen.
Iedereen weet immers dat het praktisch hetzelfde betekent als je uit Turkije of
uit Noord-Amerika of het Verenigd Koninkrijk komt. Overigens kunnen mensen uit
Azië, Zuid-Amerika en Afrika ook wel aan de slag als docent Engels. Het loon
ligt dan echter vaak lager en er zijn veel plekken die hogere eisen stellen
(slechts moedertaalsprekers of eventueel Europeanen worden dan toegelaten).
Zie je er ‘Westers’
uit, dan ben je per definitie docent Engels. Het is me namelijk niet alleen
opgevallen dat ik telkens laowai genoemd
wordt; ook laoshi wordt vaak gebruikt
om me te benoemen; mij, en al die andere ‘Westerlingen’. Het maakt niet uit
waar ik ben, overal ben ik wel eens laoshi
genoemd: op straat, in de supermarkt, bij de poort voor mijn
verblijfsplaats. Laoshi was de eerste
anderhalve maand als een codewoord voor mij om ongestoord de poort van mijn
residentie binnen te gaan (inmiddels ben ik al meerdere keren verhuisd.. ander
verhaal..). Soms was een bewaker niet heel bereid om me binnen te laten, maar
als ik dan het magische woord zei, was alles meteen in orde. Op de privéschool van
mijn eerste oppaskindje maakte mijn aanwezigheid mensen soms ook lichtelijk gespannen.
Een keer liep ik de poort door en hoorde ik achter me ‘waar gaat die laowai heen?’ Dat ik een paar seconden
daarvoor de schoolpas had gescand maakte blijkbaar niet uit, ze lieten me pas
gaan nadat ik haar naam en klas had genoemd.
Je kunt op veel
verschillende plaatsen aan de slag als Engels docent in China. In Beijing heb
je veel internationale scholen. Zo sprak ik tijdens de verjaardag van een van
mijn huidige oppaskindjes een Canadees die Engels les geeft op de Canadese internationale
school in Beijing. Mijn oudste oppaskindje gaat naar een internationale kindergarten. Het motto van deze kinderopvang
uit de VS luidt ongeveer als volgt: ‘First hug, then teach’. Zowel Chinese als
Amerikaanse docenten kunnen hier aan de slag.
Engels les geven bij een gezin is echter
ook een optie. Je kunt voor een paar uur per week gaan, als een privétutor. Of
je kunt all-in gaan: bij het gezin
gaan wonen en fulltime dienen als Engels docent. Ik koos dit laatste. Waarom?
Dit vraag ik me ook steeds vaker af. Na bijna vijf maanden ben in ik in ieder
geval erg blij dat ik mag meedelen dat ik nog maar tien dagen te gaan heb. In
de meeste landen staat mijn werktitel bekend als ‘au pair’, in China wordt ik
gewoonweg docent genoemd (oftewel laoshi).
Het verschilt echter sterk per Chinees gastgezin wat deze titel werkelijk
inhoudt.
Ik weet van andere au pairs dat ze echt
alleen een paar uurtjes Engels les per dag hoeven te geven. Verder mogen ze hun
tijd helemaal vrij besteden. In het weekend zijn ze zelfs helemaal vrij om te
doen waar ze zin in hebben. En dan zijn er de ‘au pairs’ als een Italiaanse
vriendin van mij. Sinds de eerste keer dat we elkaar ontmoetten hebben we een
sterke band. Steeds weer beseffen we hoeveel we gemeen hebben. De schuitjes waarin
we zitten lijken verdacht veel op elkaar. Hoewel we elkaar maar twee keer in
levende lijve hebben gezien, voelt het alsof we elkaar al jaren kennen. Vlak na
onze tweede ontmoeting moest zij helaas vertrekken naar een gezin in het
Zuiden, in het verre Shenzhen. Na een maand bleek dat haar eerste gezin haar
maar twee maanden nodig had, waarna ze plaats moest maken voor een nieuwe au
pair. Ze haalden haar binnen voor zes maanden, maar na een maand kreeg ze via
een sms’je te horen dat ze een maand later al moest vertrekken. Nu delen we
dagelijks via de Chinese – geavanceerde, veel verder geëvolueerde - WhatsApp de
opmerkelijke dingen die we meemaken. En geloof me, die zijn er genoeg.
Onze gezinnen hebben ons beiden een
rooster op papier gegeven. Nu heeft dit papier zo veel – of eigenlijk weinig – waarde
dat we het beter ritueel kunnen verbranden. (Nadat mijn gezin een rituele
papierverbranding heeft uitgevoerd voor de boeddha in mijn slaapkamer lijkt dit
niet eens zo een gek idee.) We weten pas op de dag zelf hoeveel we moeten
werken, waar we heen gaan en wat we moeten doen. Vaak weten we pas achteraf wat
precies de bedoeling was geweest. Gisteravond kwam er bijvoorbeeld een
vriendinnetje spelen. Zat ik opeens met twee kids, waarvan eentje geen woord
Engels kon en de ander het nodig vond om rond te slaan met zijn pistolen en
plastic speelgoed schep. Inmiddels zijn we hier wel aan gewend en gaan we er
maar net zoals onze Chinese huisgenoten mee om: lachen, altijd blijven lachen.
Wie weet zou Bassie en
Adriaan wel een late doorbraak kunnen maken in China..
Het gezin van mijn Italiaanse vriendin
maakt het wel heel bont. Op een nacht werd ze wakker gemaakt door haar gastmoeder.
Of ze mee naar de VS wilde, diezelfde dag nog. Hoewel het midden in de nacht
was, kon Rachel toch nog in het Chinees uitleggen dat haar visum haar maar één
keer het recht gaf om China binnen te gaan. Ze wilde best mee naar de VS, maar
dan zou ze niet meer terug mogen. De volgende dag vertrokken beide gastouders
en ze lieten Rachel, de oppas en oma achter met de vier kids. Via China’s
multifunctionele WhatsApp wordt Rachel ‘op de hoogte gehouden’. De moeder weet
niet of ze terug zijn voor Rachel eind maart weer naar Italië gaat..
Zoals je wel kunt raden geven we de
kinderen hier niet alleen Engels les. Zoals mijn gastmoeder al onder luid
gelach door de gang galmde: ‘Het is net of de baby Fala’s kind is!” Ja,
inmiddels voorzien wij de kids ook in al hun dagelijkse behoeften. We voeren
ze, we vegen hun achterwerken af en Rachel moet de kinderen overtuigen om te
gaan slapen. Ik mag ervaren hoe zindelijkheidstraining werkt bij een baby die
net haar eerste verjaardag heeft gehad (niet).
Nog tien dagen.. dan mag ik mijn
opbergkastkamer voorgoed achter me laten. Ik kreeg letterlijk net te horen dat
een meisje uit Zuid-Amerika mij komt vervangen. ‘Ze heeft een beetje een zwarte
huid’, zei mijn gastmoeder. Ik moet nog wel even wachten tot ik mijn eigen bed weer
zie, maar een hotelbed is altijd beter dan géén bed. Na meer dan drie maanden
op een matras/bedbank zie ik nu al uit naar dat moment dat ik mijn hotelbed
instap.
Reacties
Een reactie posten