Beijing, stad van vele gezichten

Beijing, het is alsof je een masker draagt, maar dan iedere dag een andere. Je bent zo onvoorspelbaar als het weer in Nederland. Een soort Jantje lacht, Jantje huilt. Een kenmerkend onderdeel van Peking opera is de vele maskers van de toneelspelers, ieder kleur masker staat voor wat anders. Maar ook jij als stad kent vele gezichten en kleurrijk ben je zeker.

Beijing, het ene moment houd ik van je, het andere kan ik je niet uitstaan en wil ik het liefst in de allereerste metro naar het vliegveld stappen. Hoewel je zeer fascinerend bent, wordt dit vaak overschaduwd door jouw minder plezante kanten. Om maar iets te noemen: je bent zo vervuild dat veel van je inwoners zich genoodzaakt voelen om met mondkapje op de deur uit te stappen.

Staat niet bekend als meest modieuze.. maar wel een van de effectiefste

Bij het voorbeeld van mondkapjes gaat het letterlijk om ‘maskers dragen’. In figuurlijke zin ben je echter ook goed in je anders voordoen dan je bent. Je hebt een heel arsenaal aan figuurlijke maskers en vermommingen om je lelijke kanten te verbergen. Althans, je gebruikt wat je maar kunt om de buitenwereld te doen geloven dat alles piekfijn in orde is. In mijn ogen lijken veel maskers echter flinterdun. Je prikt er zo doorheen.

Oktober stond in het teken van shijiu dahui: de negentiende editie van mogelijk de grootste poppenkast van de Chinese Communistische Partij (ook wel bekend als het 19e Volkscongres). Iedere vijf jaar is het weer tijd voor dit feest. De belangrijkste politieke spelers worden daar voor het publiek geparadeerd. Bovendien is dit hét moment voor de Partij om het verhaal van China’s voorspoed en prestaties nog eens flink aan te dikken. Het is de façade der façades. Of is alles echt zo piekfijn in orde met deze economische grootmacht? Ik betwijfel het.

Hét gezicht van Beijing?

Hoe dan ook, ik dwaal een beetje af van Beijing. Hoewel er veel over China als land te zeggen is, wil ik het nu toch vooral over Beijing als stad hebben. Wikipedia vertelt ons dat Beijing een oppervlakte heeft van 16.808 km². Vind je dit soort getallen ook zo nietszeggend? Misschien geeft onderstaande een beter beeld:
  •          Beijings oppervlakte bedraagt de helft van die van België
  •          De stad bestaat uit zestien districten
  •          Beijings districten zijn weer onder te verdelen in 119 grote gemeentes, 24 gemeentes, 5 etnische gemeentes en 125 subdistricten

In andere woorden: Beijing is groot. En niet zo’n klein beetje ook. De stad is zo groot dat ik het meer zie als een verzameling van een groot aantal kleinere steden. Ze vormen samen één geheel, in naam althans – in praktijk komt de stad vaker op me over als een bij elkaar geraapt zooitje. Alles loopt door elkaar: arm en rijk, modern en traditioneel.

Een paar dagen geleden ontmoette ik een oer-Beijinger, geboren en getogen in een hutong – een traditionele wijk in Beijing. Samen hadden we het erover dat Beijing nu zo veel moderne flats heeft, maar om het ‘echte’ Beijing te ervaren moet je in de hutongs wezen. Verder vertelde hij me opgetogen dat Beijing ‘alles heeft’. De oer-Beijinger had het hier specifiek over banen: Beijing heeft alle denkbare banen. Maar in andere opzichten lijkt het inderdaad of Beijng ‘alles heeft’. Je kunt er (bijna?) alle keukens van de wereld proeven (hoewel je er beter vanuit kunt gaan dat de keukens niet bepaald authentiek zijn). Je zult mensen tegenkomen uit alle provincies van China. Mensen uit alle lagen van de bevolking leven onder elkaar en hypermodern en oer-traditioneel vind je pal naast elkaar.

Beijing kent veel gezichten, omdat ieder district weer anders is. Ikzelf woon nu in the Upper East Side. Je vindt er de rijksten van Beijing, maar ook in deze wijk wonen mensen van lagere klassen – inclusief China’s ‘klasselozen’ (China kent een groot aantal mensen die van het platteland naar de stad verhuist zijn, maar die geen recht hebben op een stadsverblijfsvergunning). Ook in deze wijk, de Ambassadewijk (met uiteraard een hoog laowai-gehalte), leven arm en rijk onder elkaar. Ik word zelf meestal rondgereden in een Porsche of Maserati, maar je ziet vaak genoeg complete gezinnen rondrijden op één scooter. Ik woon zelf in een flat met Palm Springs in de naam, terwijl ik mensen heb zien leven in de kleinste hutjes.

Het Ambassadedistrict staat vooral bekend om haar rijken, zowel Chinezen als expats. Een heel ander gezicht van Beijing is het Art District. Mijn eerste bezoek aan het Art District was een echte verademing. Geen chique residenties en shopping malls met de duurste merken, maar een plek waar alles niet zo irritant symmetrisch en gepolijst is. Er is ruimte voor creativiteit en de sfeer voelt relaxt; het is bijna alsof je niet in Beijing bent. 

Zelfs pandas krijgen in het Art District een ander gezicht :-}

Een ander deel van Beijing dat niet als Beijing voelde, was Sun Village. Dit is een weeshuis voor kinderen wiens ouders geëxecuteerd zijn. Zonder merkkleding en opgeschoren haar – zoals mijn Chinese oppaskindje – leken deze kinderen ook echt kinderen. De zelfingenomen houding en verwende blik maakten even plaats voor de open houding en verlegen, maar lief lachende blikken van deze kinderen. Het was een goede ervaring om te realiseren dat ook kinderen in China heel verschillende gezichten hebben.


Beijing’s ‘chaotische’, ‘tegenstrijdige’ en ‘onvoorspelbare’ kanten zijn de kanten waar ik het meest moeite mee heb, maar het zijn tegelijkertijd de kanten die mij het meest fascineren en waar ik stiekem eigenlijk best wel een beetje van houd. Door de straten van Beijing struinen is hoe dan ook nooit saai. Iedere dag blijf ik mij weer verbazen over wat ik zie en hoor. Vaak genoeg vraag ik me af: wat gaat er werkelijk schuil achter die maskers en façades? Wat is het 'echte' Beijing..?

Maar als je lacht, dan lach je zo

Reacties

Populaire posts